Charles Vanderiviere (1870)

Charles is al een jaar in Rome en doet er zijn opdracht als Pauselijke Zouaaf. 1869 was een jaar zonder veldslagen. Een jaar van feestelijkheden, rust,… maar in 1870 wordt het warmer onder de voeten van de Pauselijke Zouaven.

zouaaf Amedeo Modgliani

In de lente van 1870 was Charles in de provincie Viterbo voor de grensbewaking.Later dat jaar wordt hij in Civita Castellana eerste klas bevorderd.

Op 20 augustus gaf Attilio Vigevano de posities van heel het Pauselijk Leger aan want de toestand wordt ernstig. Gedaan met feesten, niets doen, ….

“Generaal Gadorna komt in de avond van 11 september via Orte de grens over, zodat zijn voorhoede onder Generaal Angelino zich de volgende dag, om 4:30 uur, voor Civita Castellana bevindt met  3400 man. 

Daar bevindt zich de compangie van Kapitein de Réqimont de Bempt (Moresnet 1838 – 1916), een Belg, met 100 man, waaronder 27 Belgen : Vantomme van Tielt en Vanderiviere van Hooglede. Henricus Franciscus Engelen een Nederlander bevindt zich ook bij dit 5 IV.

Daarnaast een 20 tal pauselijke gendarmes, en 150 Romeinen uit de disciplinecompagnie van Commandant Andrea Ruffini, mannen waarop die dag weinig kan gerekend worden voor ernstig werk.

Na de mis van 12 september met biechtviering door Pater Roca, en de gelofte te vechten tot ter dood, begint de beschieting van het pauselijk fort om 9 uur. 18 kanonnen richten hun schroot op de zouaven en zij -zonder één artilleriestuk – schieten terug onder de kreet “Viva Pio Mono”. (*) Van de 400 afgeschoten kanonballen vielen er 250 in de stad

Om 11 uur wordt met een grote tegenzin de witte vlag uitgestoken en trekken de troepen van Cadorna met de tricolore en muziek voorop, de stad in triomftocht binnen. 

Charles en zijn compagnie doorstaan harde momenten, en de Résimont schrijft in zijn verslag. “Ils acceptaient ma proposition, l’âme pleine de rage et de tristesse, frappant violemment la terre de leurs crosses de fusils.”(**)

In het totaal tellen de Piëmontezen 10 gewonden, de zouaven : 5 gekwetsten, maar geen Belg. 


Kapitein Ruffini gaat als parlementarier de overgave bespreken. Bekend is de uitspraak gebleven “Belle gloire, dix milles contre deux cents” waar op Gen. Gustavo Mazé de la Roche (Torino 1824 – 1886) antwoordde “Aussi n’en sommes nous nullement glorieux”. 

De 13de september kwam het garnizoen te 10:30 uur uit het fort met slaande trom en klaroengeschal en legde de wapens neer. Die avond gingen ze  via Borgheto naar Spoleta en werden aan het station van Terni erg beledigd toen de trein er twee uur stil stond. In Spoleta werden ze  in een kazerne ondergebracht.


Pas de 20 ste september vertrokken de Belgen met de trein van 10 uur naar Perugia en te 18 uur bereikten ze Florence. De Engelstaligen vertrokken naar Livorno, de rest naar Bologna. De volgende halte was Carmerlata. Vandaar ging het te voet naar Como, 30 min van het station.

Met circa 100 man ging het dan naar Chiasso op de grens. Ze zongen de humne “Pio IX”. Na 5 uur marcheren waren ze te Lugano waar ze goed ondergebracht werden in wederom een kazerne. De dag erna marcheerden ze van Biacso naar Faido. 

Op zondag 25 september moesten ze 9 uur marcheren en vertrokken na de mis. Ze bereikten om 13 uur de voet van de St. Gothard. De volgende dag beklommen ze in de mist de pas om tegen valavond in Wasen aan te komen. 

Daarna gaat het via Fluelen en Luzern, waar ze in een mooie karzene overnachten. Per trein ging het verder naar Buset om er te overnachten en de 29ste september verlieten ze Zwitserland. 


Dan ging het naar Karlsruhe en Mannheim, waar de Belgische en Nederlandse consuls hen opwachtten en per nationaliteit werd in twee verschillende hotels overnacht. De volgende dag gingen ze uit elkaar en vertrokken de 27 Belgen over de Rijn naar Keulen waar ze op 1 oktober laat aankwamen

Daar kregen ze het bericht dat de volgende dag 1500 Belgen en Nederlanders uit Rome en Civita-Vecchia zouden aansluiten.

De 2de oktober 1870 kwamen ze dan allemaal samen aan in Verviers en vandaar ging het dan elk naar huis.

De 20 september 1870 was de  Val van Rome maar zoals je zonet kon lezen was Charles dan al bezig aan zijn zware terugreis. 


Hoe het verder met Charles ging, lees je in het laatste en derde deel van deze reeks.


Deze info over de veldslag en de terugreis heb ik gekregen van Dhr. Lieven Gorissen, verbonden aan de Pro Petri Sede vereniging.

Ook bijzondere dank aan John Goddeeris, auteur van het boek “De Pauselijke Zouaven”.