Tag archieven: Casier Alice

Waar waren onze grootouders op 11 november 1918?

Dit zijn de antwoorden die we hebben tot op vandaag: 

Bij de namen van mijn grootouders heb ik de link geplaatst naar het artikel dat ik vroeger over hen schreef.

Theophiel Casier – Hermenie Dewilde (1918)

Meter Alice Casier was vanuit Lovendegem met de familie teruggekeerd naar het kasteel Lummerzheim. Ze zouden er nog tot januari 1919 verblijven en dan terug naar Handzame gaan.

kloosterzuster, peter Jules Huyghe, overgrootvader, groottante Julia en overgrootmoeder (foto genomen door een Duits soldaat)

Peter Jules Huyghe,  groottante Julia en overgrootmoeder Romanie Laleman moesten als één van de laatsten Staden verlaten. Waar ze precies verbleven op 11 november 1918 hebben we nog niet kunnen achterhalen. Volgens een mondelinge bron zou dat in  Zwevegem geweest zijn. Over mijn andere groottante die kloosterzuster was in Koekelare heb ik ook geen informatie.

Jules Pype 1918

Pitje Jules Pype was na zijn opleiding in de VS vertrokken naar Europa. Ook van hem weet ik (nog) niet waar hij verbleef op 11 november. Op 9 november was hij aangekomen in Engeland vanuit Amerika. 

Cyriel Pype – Belgisch soldaat

Mijn grootoom Cyriel Pype was soldaat in het Belgische leger en sneuvelde in het eindoffensief op de Most in Oostnieuwkerke (Staden).

De zus van Pitje Jules verbleef met haar gezin in Frankrijk, Chalo St . Mars in het departement Essonne. Dit is ten Zuiden van Parijs.  Pas in 1919 keren ze terug naar Staden.

Mijn overgrootvader Henry Pype en zijn vrouw waren in september 1917 verplicht moeten vluchten. Ze verbleven op 11 november 1918 in Balen. 

Metje Marie Vanderiviere  was met haar vader en haar drie broers gevlucht naar Tomblay, ten noorden van Parijs. Twee van haar broers moeten toetreden tot het Belgische leger en zijn op 11 november 1918 aan het front.

familie Vanderiviere in Frankrijk.

 

fotoboek bij het vluchtverhaal van de familie Casier – Dewilde

Van het vluchtverhaal heb ik een fotoboek gemaakt. Het verhaal van 2300 woorden is aangevuld met oude foto’s en postkaarten. Het boek telt 30 pagina’s en wordt in een beperkte oplage verdeeld.

Wil je een fotoboek, stuur dan een mail naar redstarlinezoeker@gmail.com. Dit kan nog tot eind van deze maand. (febr. 2018)

 

Honger hebben wij….

De familie Casier – Dewilde verbleef van december 1917 tot januari 1919 op het kasteel Lummerzheim. In december was dit met drie volwassen vrouwen en 18 kinderen.

Oorlog stond gelijk aan honger. En daarom wil ik jullie vertellen hoe mijn oma en haar familie toch aan eten kwam.

In januari 1918 was er goed nieuws tussen alle ellende. Dit alles en nog veel meer lees je in het nieuwe stukje “Alice Casier : december 1917 – januari 1918″

Meter Alice

Foto’s bekijken, dagboeknota’s herlezen, extra info zoeken,… maar ook het veld in trekken, letterlijk. Waar woonde meter Alice als ze kind was? 

De Kruisstraat dat was de straat of toch niet!

Op het tweedaagse kermisprogramma van koeke-zondag  11 juli 1897 vonden we het antwoord.

Theof. Casier = vader van Alice Casier

Verdere duiding vind je onder de pagina Handzame 1914 – 1917

 

Meter Alice : 1915

In stukjes en beetjes leer ik het geboortedorp van mijn meter Alice kennen. “Handzame”  

Ik bezoek het kerkhof en vind er heel veel graven met de naam “Dewilde”, enkele met de naam “Casier”.

Ik vind er ook het graf van Prudence Dewilde met haar eerste man Cyriel Casier.

Het grafzerk is een  stamboom op zich. Onderaan zie je de namen van haar eigen ouders staan : Leo Dewilde en Barbara Dewilde.

(foto : redstarlinezoeker)

Onder het verhaal zet ik terug een stukje muziek.

Ik kies voor “When I’ am laid in earth” van Purcelli gezongen door Simone Kermes. Het is een heel, trage versie.

 

Lees ondertussen verder het verhaal van Alice Casier door hier te klikken.

1 november vroeger en nu

Ik herinner mij Allerheiligen als een koude dag waarop we naar het graven van de familie gingen. De bloemen stonden er al. Deze werden besteld bij de bloemenwinkel en het waren altijd witte of paarse geplozen chrysanten (chrysant, de uit Indië afkomstige, goudgele bloem). Je kan ze nog steeds kopen maar ze zijn tot drie maal zo duur als de chrysanten met de vele kleine bloempjes.
We gingen dus naar het grafzerk van mijn beide grootouders. Op het kerkhof zelf was het op 1 november nooit stil. Mensen die elkaar kenden, praten met elkaar over koetjes en kalfjes. Meestal kenden wij als kind deze mensen niet. Ook mijn overleden grootouders heb ik niet goed gekend. 
Wat ik mij wel herinner, is dit : 
Toen ik geboren werd, woonden mijn ouders in bij peter Jules en meter Alice, de ouders van mijn moeder. 

2BHuyghe-2BJules-2B1831-2Bphoto-2BLagast-2Cooststraat-2B55-2BRoeselare-2Bkopie

Meter en peter woonden in een groot huis met een boomgaard. Later gingen we elke week op bezoek bij meter Alice om de klok in haar keuken “op te winden”.

casier-2Balice-2Brechtsboven-2Bkopie

Als het herfst was, gingen we de boomgaard in om appels, peren en pruimen te plukken. De appelen werden verwerkt tot appelgelei. Dan hoorde je dagenlang gedruppel in de kelder. Het sap werd via een neteldoek opgevangen in een grote creuset confiture pot . Ik vind appelgelei het lekkerste wat je kan eten op een geroosterd broodje. 
Bij pitje en metje, de ouders van mijn vader, gingen we op zaterdagavond eten.

Pype-Jules-en-Marie-Vanderiviere-1920-04-30-paspoort-Gent

Zij woonden op een boerderij met varkens, kooien, een paard en vele kippen. Voor het avondeten werd de tafel weg van de muur geschoven zodat we met 8 aan tafel konden. Eerst was er dikke soep, daarna gestampte aardappelen met varkensvlees en daarna pap. Hoe deze pap precies gemaakt werd, weet ik niet. Het was een dikke brij met rijst in. Ik vond het echt niet lekker en de geur… Of we wilden of niet, we moesten van ons metje alles opeten, zodat we groot gingen worden…  Ik kan mij niet herinneren dat we groenten aten, maar misschien laat mij geheugen mij in steek.

 
Dit alles om te vertellen dat naar het kerkhof gaan op 1 november mij triestig maakte. Ik werd er geconfronteerd met een verleden dat ik niet kende. 
We plaatsen bloemen bij de graven van onze grootouders en ouders. De tristesse heeft plaats gemaakt voor dankbaarheid, bewondering, eerbied voor de mensen die een betekenis hebben gehad in mijn leven.

graf-pype-cyriel

Het opzoekingswerk van de voorbije jaren heeft hiertoe bijgedragen. Ik herinner mij mijn grootouders als oude mensen. Pitje als een grote man die weinig praatte, metje als een kleine vrouw waar ik eigenlijk een beetje bang van was. 

Peter Jules kan ik mij heel vaag herinneren als een echte heer en meter Alice als een zorgzame vrouw waar we altijd iets uit de snoependoos mochten meenemen.

Door officiële papieren te vinden over mijn grootouders, het dagboek van mijn groottante te lezen, de foto’s uit het fotoboek te kunnen analyseren in de tijd, … werden deze mensen terug jong. Ze werden de man die op avontuur ging naar Amerika (Jules Pype), de vrouw die zorgde voor haar vader, broers en zussen (Marie Vanderiviere), de man die voet bij stuk hield en in de woning van zijn ouders bleef wonen tijdens WOI en er zorgde voor vluchtelingen en Duitse soldaten (Jules Huyghe), het meisje dat te snel volwassen werd door die Grote Wereldoorlog (Alice Casier). 

Er zijn ook andere bronnen die mij helpen om het leven te kunnen inkleuren van de landverhuizers zoals de BBC reeks Great American Railroad Journeys. Michael Portillo reist van New York naar de Niagara Falls aan de hand van the General Guide to the United States and Canada van 1879.

appletons-railway-guide-to-the-usa-and-canada-9781471159947_hr
Dit is een deel van de treinroute dat veel mensen die naar Amerika gingen hebben genomen om op hun eindbestemming te komen; zo ook mijn grootvader en grootmoeder. 

Deze documentaires spreken tot de verbeelding en maken de bewondering en verwondering voor de mensen die hun land verlieten, groot. 

treinroute-ny-niagara-falls
Tik in google : Great American Railroad in en je kan naar de uitzendingen kijken via Canvas of BBC.