Tag archieven: De Vluchtroute

De Vluchtroute

Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag Roeselare in het Duitse bezette gebied, op slechts 10 km van het front. Vanaf het najaar van 1917 werd de stad intensief gebombardeerd door de Britten, in een poging om de Duitsers te verdrijven.

Omwille van het gevaar, verplichtte de Duitse overheid de Roeselaarse bevolking om te evacueren naar het binnenland. Meer dan 1000 mensen kwamen zo o.a. in Geel terecht.

Een 60 tal leerlingen van de Broederschool, Roeselare waaronder mijn zoon, Willem namen deel aan het project “De Vluchtroute”.  Van dinsdag 4 oktober tot en met vrijdag 7 oktober liepen ze van Geel terug naar Roeselare, een afstand van meer dan 200 km.

Symbolischer kan niet : het is de omgekeerde route die honderden mensen destijds te voet hebben gedaan.

Een soort van terugkeer in de tijd met een actuele insteek.

De route ging van Geel via Herentals en Lier naar Baasrode. In Baasrode werden de jongeren ontvangen in het opvangcentrum van Fedasil. Daar konden de jongeren kennismaken met jonge vluchtelingen uit Afhanistan, Iran, Irak,….

De route ging dan verder via Eksaarde en Wetteren.

Op vrijdag legden ze het laatste stuk af : Meulebeke – Roeselare.

De kinderen die deelnamen kregen een andere identiteit, zijnde een naam van een vluchteling uit Roeselare van het jaar 1917. Mijn zoon was “Jules De Meester“.

foto-vlluchtroute-1
(foto : redstarlinezoeker )

Een bijzonder en mooi project.

http---signatures.mylivesignature.com-54494-123-CBD1235E838058052ACC32E7EE0E5C76

Dit is wat ik kon terugvinden via google over Jules De Meester.
Enkele reis Roeselare-Wetteren

September 1917, volle oorlogstijd. Roeselare wordt ontruimd. Jules De Meester moet ook de stad verlaten en neemt met zijn gezin – zijn vrouw en acht kinderen – de trein, weg van Roeselare. Het is een goederentrein, die ergens onderweg stopt in Wetteren. Daar stapt het gezin De Meester uit. Ze vinden er een onderkomen bij de familie Van De Velde in de Stationsstraat. In Wetteren begint drukker Jules De Meester opnieuw, met nog meer elan en ambitie.

Het was nochtans goed begonnen, daar in Roeselare. Jules De Meester, op 4 januari 1857 geboren als zoon van een schoenmaker, laat de schoenen voor wat ze zijn en stort zich op de boeken. Hij wordt boekhandelaar en later ook uitgever in de Zuidstraat, vlakbij het Klein Seminarie. Daar maken mannen als Hugo Verriest, Albrecht Rodenbach en Guido Gezelle – een huisvriend bij De Meesters – het mooie weer. Katholiek en Vlaams wordt het handelsmerk van uitgever Jules De Meester. Guido Gezelle’s ‘Gedichten, gezangen en gebeden’ is de eerste uitgave van Jules De Meester, in samenwerking met K. Fonteyn in Leuven, gedateerd 1879. Jules De Meester wordt zelfs de ‘definitieve’ uitgever van Gezelle in de jaren 1878-1897. Zo publiceert hij vanaf 1881 Gezelles ‘Loquela, Blad voor eigen Vlaamsche taalliefhebberije en voor eigen Vlaamsche taalgeleerdheid’.

Van Verriests leerling, zijn oud-klasmakker Albrecht Rodenbach, publiceerde De Meester in 1878 de ‘Eerste Gedichten’, gedrukt bij Fonteyn in Leuven. Pittig detail: Jules De Meester had Rodenbach eerst verplicht om sommige al te flamingantistische strofen te schrappen. Hij wou zijn goede relatie met het Klein Seminarie immers niet te grabbel gooien.

Uit 1894 dateert het eerste werk dat bij Jules De Meester uitgegeven én gedrukt wordt: ‘De Diederick’s sage’. Op de kaft staat fier in hele grote letters: ”Gedrukt te Rousselare, bij Jules De Meester, in de St-Alphonsusstraat 7&9.” De drukkerij-uitgeverij floreert zo goed dat De Meester zich in 1903 genoodzaakt ziet een ‘Maandelijkse Aanwijzer der Nieuwe Uitgaven’ te publiceren. In 1911 komt er een lijst van de fondsuitgaven. Daarin staat werkelijk van alles: politieke en maatschappelijke wetenschappen, christelijke volksboekjes, taal- en letterkunde, verhalen en leesboeken, geschiedenis, wellevendheid, tekenen, exacte wetenschappen, toneel, schooluitgaven in het Nederlands, Engels, Frans en Duits, Latijn, Grieks en Kongolees!

Dat Kongolees dankt hij aan zijn goede relaties met de paters. De Witte Paters, de Minderbroeders, de Scheutisten maar ook de paters Redemptoristen. Jules De Meester drukt voor de Kongo onder meer ‘Catéchisme préparatoir du Baptême. Molongi ma Nzambi’ (1912).

Van goede relaties gesproken, dat is zeker het geval met de paters Bollandisten, een groep wetenschappelijk ingestelde geleerden van de orde der Jezuïeten, die onder meer de heiligenlevens kritisch benaderen in hun ‘Acta Sanctorum’. Vanaf  1908 drukt Jules De Meester hun geschriften. Als hij in de oorlog bijna zijn hele drukkers-hebben-en-houden verliest, zijn zij het die voor hem opnieuw alle letters van Oosterse talen op de kop tikken. Zo kan hij verder werken aan hun manuscripten in alle mogelijke vreemde talen.

Jules De Meester gaat nog één keer terug naar Roeselare, na de oorlog. Hij ziet dat zijn hele drukkerij vernield en leeggehaald is. Eén grote machine staat er nog, te zwaar om te verhuizen. Jules neemt de eerste trein terug naar Wetteren en spreekt tegen de Roeselaarse stationschef, ene Cyriel de legendarische afscheidswoorden ”Hier kom ik nooit meer terug”.

In Wetteren vestigt hij zich in de Hoenderstraat nummer 22, waar de drukkerij nog altijd huist. In 1922 koopt hij zijn eerste monotype in Engeland. De oude zetletters van alle vreemde talen, zelfs van hiëroglyfen, bewaart Jan De Meester nu nog in de drukkerij.

Jules De Meester specialiseert zich gaandeweg in Oosterse talen. Eens buiten Roeselare richt de drukkerij zich meer en meer op schooluitgaven en op boeken in allerlei vreemde talen. ”Als de toren van Babel”, schrijft het weekblad De Linie in een artikel over de geschiedenis van de drukkerij. ”Val niet omver als we U zeggen dat voor de vaklui der werkplaats De Meester het Russisch, het Cyrillische alfabet geen geheimen bezit, dat er aan de lopende band met de hand en mechanisch (monotype zetsel) gezet wordt: Pools, Grieks, Arabisch, Armenisch, Chaldeeuws, Syrisch, Ethiopisch, Koptisch en natuurlijk ook Hebreeuws.”

http---signatures.mylivesignature.com-54494-123-CBD1235E838058052ACC32E7EE0E5C76