Categoriearchief: nieuwsberichten

1 november vroeger en nu

Ik herinner mij Allerheiligen als een koude dag waarop we naar het graven van de familie gingen. De bloemen stonden er al. Deze werden besteld bij de bloemenwinkel en het waren altijd witte of paarse geplozen chrysanten (chrysant, de uit Indië afkomstige, goudgele bloem). Je kan ze nog steeds kopen maar ze zijn tot drie maal zo duur als de chrysanten met de vele kleine bloempjes.
We gingen dus naar het grafzerk van mijn beide grootouders. Op het kerkhof zelf was het op 1 november nooit stil. Mensen die elkaar kenden, praten met elkaar over koetjes en kalfjes. Meestal kenden wij als kind deze mensen niet. Ook mijn overleden grootouders heb ik niet goed gekend. 
Wat ik mij wel herinner, is dit : 
Toen ik geboren werd, woonden mijn ouders in bij peter Jules en meter Alice, de ouders van mijn moeder. 

2BHuyghe-2BJules-2B1831-2Bphoto-2BLagast-2Cooststraat-2B55-2BRoeselare-2Bkopie

Meter en peter woonden in een groot huis met een boomgaard. Later gingen we elke week op bezoek bij meter Alice om de klok in haar keuken “op te winden”.

casier-2Balice-2Brechtsboven-2Bkopie

Als het herfst was, gingen we de boomgaard in om appels, peren en pruimen te plukken. De appelen werden verwerkt tot appelgelei. Dan hoorde je dagenlang gedruppel in de kelder. Het sap werd via een neteldoek opgevangen in een grote creuset confiture pot . Ik vind appelgelei het lekkerste wat je kan eten op een geroosterd broodje. 
Bij pitje en metje, de ouders van mijn vader, gingen we op zaterdagavond eten.

Pype-Jules-en-Marie-Vanderiviere-1920-04-30-paspoort-Gent

Zij woonden op een boerderij met varkens, kooien, een paard en vele kippen. Voor het avondeten werd de tafel weg van de muur geschoven zodat we met 8 aan tafel konden. Eerst was er dikke soep, daarna gestampte aardappelen met varkensvlees en daarna pap. Hoe deze pap precies gemaakt werd, weet ik niet. Het was een dikke brij met rijst in. Ik vond het echt niet lekker en de geur… Of we wilden of niet, we moesten van ons metje alles opeten, zodat we groot gingen worden…  Ik kan mij niet herinneren dat we groenten aten, maar misschien laat mij geheugen mij in steek.

 
Dit alles om te vertellen dat naar het kerkhof gaan op 1 november mij triestig maakte. Ik werd er geconfronteerd met een verleden dat ik niet kende. 
We plaatsen bloemen bij de graven van onze grootouders en ouders. De tristesse heeft plaats gemaakt voor dankbaarheid, bewondering, eerbied voor de mensen die een betekenis hebben gehad in mijn leven.

graf-pype-cyriel

Het opzoekingswerk van de voorbije jaren heeft hiertoe bijgedragen. Ik herinner mij mijn grootouders als oude mensen. Pitje als een grote man die weinig praatte, metje als een kleine vrouw waar ik eigenlijk een beetje bang van was. 

Peter Jules kan ik mij heel vaag herinneren als een echte heer en meter Alice als een zorgzame vrouw waar we altijd iets uit de snoependoos mochten meenemen.

Door officiële papieren te vinden over mijn grootouders, het dagboek van mijn groottante te lezen, de foto’s uit het fotoboek te kunnen analyseren in de tijd, … werden deze mensen terug jong. Ze werden de man die op avontuur ging naar Amerika (Jules Pype), de vrouw die zorgde voor haar vader, broers en zussen (Marie Vanderiviere), de man die voet bij stuk hield en in de woning van zijn ouders bleef wonen tijdens WOI en er zorgde voor vluchtelingen en Duitse soldaten (Jules Huyghe), het meisje dat te snel volwassen werd door die Grote Wereldoorlog (Alice Casier). 

Er zijn ook andere bronnen die mij helpen om het leven te kunnen inkleuren van de landverhuizers zoals de BBC reeks Great American Railroad Journeys. Michael Portillo reist van New York naar de Niagara Falls aan de hand van the General Guide to the United States and Canada van 1879.

appletons-railway-guide-to-the-usa-and-canada-9781471159947_hr
Dit is een deel van de treinroute dat veel mensen die naar Amerika gingen hebben genomen om op hun eindbestemming te komen; zo ook mijn grootvader en grootmoeder. 

Deze documentaires spreken tot de verbeelding en maken de bewondering en verwondering voor de mensen die hun land verlieten, groot. 

treinroute-ny-niagara-falls
Tik in google : Great American Railroad in en je kan naar de uitzendingen kijken via Canvas of BBC.

Wat staat er in mijn notaboekjes?

Ik heb veel notaboekjes…in één van die boekjes schrijf ik kort op wat ik heb gezien, gelezen, gehoord,…in verband met de Verenigde Staten.

Dit is het lijstje van deze week 

Bij de heruitzendingen van de NPO vind ik “De Verenigde Staten van Eva“. Het is een reis dwars door Amerika in een roadtrip van de west-naar de oostkust.
1. Op zoek naar de Amerikaanse identiteit

2. Vrijheid in Amerika

3. Terug naar Tulsa

4. Rijkdom en armoede

5. De Verenigde Staten van Eva

6. Het centrum van de macht

+++

Bij de boekenverkoop van Lannoo vind ik het boek  : “Highway 50, Midlife roadtrip dwars door Amerika” van Johan Tuyaerts. Ook Johan reist dwars door Amerika van de oost- naar de westkust : van Washington DC over St. Louis naar Utah en Neveda tot helemaal naar Saint Francisco.

route-50

Hij doet deze tocht alleen en verwerkt in zijn boek zijn toevallige ontmoetingen afgewisseld met feiten uit zijn jeugd. Een boek dat heel vlot leest. Johan heeft een persoonlijke verteltoon. Hij heeft het juiste evenwicht tussen observaties en introspectie.

.+++

Op Klara hoor ik “De 9de symfonie” van Dvorak, bijgenaamd ” uit De Nieuwe Wereld” geschreven in 1892 toen hij in Amerika verbleef met zijn gezin. Zijn muziek werd beïnvloed door de volksmuziek van de Indianen en de Afro-Amerikanen

De Vluchtroute

Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag Roeselare in het Duitse bezette gebied, op slechts 10 km van het front. Vanaf het najaar van 1917 werd de stad intensief gebombardeerd door de Britten, in een poging om de Duitsers te verdrijven.

Omwille van het gevaar, verplichtte de Duitse overheid de Roeselaarse bevolking om te evacueren naar het binnenland. Meer dan 1000 mensen kwamen zo o.a. in Geel terecht.

Een 60 tal leerlingen van de Broederschool, Roeselare waaronder mijn zoon, Willem namen deel aan het project “De Vluchtroute”.  Van dinsdag 4 oktober tot en met vrijdag 7 oktober liepen ze van Geel terug naar Roeselare, een afstand van meer dan 200 km.

Symbolischer kan niet : het is de omgekeerde route die honderden mensen destijds te voet hebben gedaan.

Een soort van terugkeer in de tijd met een actuele insteek.

De route ging van Geel via Herentals en Lier naar Baasrode. In Baasrode werden de jongeren ontvangen in het opvangcentrum van Fedasil. Daar konden de jongeren kennismaken met jonge vluchtelingen uit Afhanistan, Iran, Irak,….

De route ging dan verder via Eksaarde en Wetteren.

Op vrijdag legden ze het laatste stuk af : Meulebeke – Roeselare.

De kinderen die deelnamen kregen een andere identiteit, zijnde een naam van een vluchteling uit Roeselare van het jaar 1917. Mijn zoon was “Jules De Meester“.

foto-vlluchtroute-1
(foto : redstarlinezoeker )

Een bijzonder en mooi project.

http---signatures.mylivesignature.com-54494-123-CBD1235E838058052ACC32E7EE0E5C76

Dit is wat ik kon terugvinden via google over Jules De Meester.
Enkele reis Roeselare-Wetteren

September 1917, volle oorlogstijd. Roeselare wordt ontruimd. Jules De Meester moet ook de stad verlaten en neemt met zijn gezin – zijn vrouw en acht kinderen – de trein, weg van Roeselare. Het is een goederentrein, die ergens onderweg stopt in Wetteren. Daar stapt het gezin De Meester uit. Ze vinden er een onderkomen bij de familie Van De Velde in de Stationsstraat. In Wetteren begint drukker Jules De Meester opnieuw, met nog meer elan en ambitie.

Het was nochtans goed begonnen, daar in Roeselare. Jules De Meester, op 4 januari 1857 geboren als zoon van een schoenmaker, laat de schoenen voor wat ze zijn en stort zich op de boeken. Hij wordt boekhandelaar en later ook uitgever in de Zuidstraat, vlakbij het Klein Seminarie. Daar maken mannen als Hugo Verriest, Albrecht Rodenbach en Guido Gezelle – een huisvriend bij De Meesters – het mooie weer. Katholiek en Vlaams wordt het handelsmerk van uitgever Jules De Meester. Guido Gezelle’s ‘Gedichten, gezangen en gebeden’ is de eerste uitgave van Jules De Meester, in samenwerking met K. Fonteyn in Leuven, gedateerd 1879. Jules De Meester wordt zelfs de ‘definitieve’ uitgever van Gezelle in de jaren 1878-1897. Zo publiceert hij vanaf 1881 Gezelles ‘Loquela, Blad voor eigen Vlaamsche taalliefhebberije en voor eigen Vlaamsche taalgeleerdheid’.

Van Verriests leerling, zijn oud-klasmakker Albrecht Rodenbach, publiceerde De Meester in 1878 de ‘Eerste Gedichten’, gedrukt bij Fonteyn in Leuven. Pittig detail: Jules De Meester had Rodenbach eerst verplicht om sommige al te flamingantistische strofen te schrappen. Hij wou zijn goede relatie met het Klein Seminarie immers niet te grabbel gooien.

Uit 1894 dateert het eerste werk dat bij Jules De Meester uitgegeven én gedrukt wordt: ‘De Diederick’s sage’. Op de kaft staat fier in hele grote letters: ”Gedrukt te Rousselare, bij Jules De Meester, in de St-Alphonsusstraat 7&9.” De drukkerij-uitgeverij floreert zo goed dat De Meester zich in 1903 genoodzaakt ziet een ‘Maandelijkse Aanwijzer der Nieuwe Uitgaven’ te publiceren. In 1911 komt er een lijst van de fondsuitgaven. Daarin staat werkelijk van alles: politieke en maatschappelijke wetenschappen, christelijke volksboekjes, taal- en letterkunde, verhalen en leesboeken, geschiedenis, wellevendheid, tekenen, exacte wetenschappen, toneel, schooluitgaven in het Nederlands, Engels, Frans en Duits, Latijn, Grieks en Kongolees!

Dat Kongolees dankt hij aan zijn goede relaties met de paters. De Witte Paters, de Minderbroeders, de Scheutisten maar ook de paters Redemptoristen. Jules De Meester drukt voor de Kongo onder meer ‘Catéchisme préparatoir du Baptême. Molongi ma Nzambi’ (1912).

Van goede relaties gesproken, dat is zeker het geval met de paters Bollandisten, een groep wetenschappelijk ingestelde geleerden van de orde der Jezuïeten, die onder meer de heiligenlevens kritisch benaderen in hun ‘Acta Sanctorum’. Vanaf  1908 drukt Jules De Meester hun geschriften. Als hij in de oorlog bijna zijn hele drukkers-hebben-en-houden verliest, zijn zij het die voor hem opnieuw alle letters van Oosterse talen op de kop tikken. Zo kan hij verder werken aan hun manuscripten in alle mogelijke vreemde talen.

Jules De Meester gaat nog één keer terug naar Roeselare, na de oorlog. Hij ziet dat zijn hele drukkerij vernield en leeggehaald is. Eén grote machine staat er nog, te zwaar om te verhuizen. Jules neemt de eerste trein terug naar Wetteren en spreekt tegen de Roeselaarse stationschef, ene Cyriel de legendarische afscheidswoorden ”Hier kom ik nooit meer terug”.

In Wetteren vestigt hij zich in de Hoenderstraat nummer 22, waar de drukkerij nog altijd huist. In 1922 koopt hij zijn eerste monotype in Engeland. De oude zetletters van alle vreemde talen, zelfs van hiëroglyfen, bewaart Jan De Meester nu nog in de drukkerij.

Jules De Meester specialiseert zich gaandeweg in Oosterse talen. Eens buiten Roeselare richt de drukkerij zich meer en meer op schooluitgaven en op boeken in allerlei vreemde talen. ”Als de toren van Babel”, schrijft het weekblad De Linie in een artikel over de geschiedenis van de drukkerij. ”Val niet omver als we U zeggen dat voor de vaklui der werkplaats De Meester het Russisch, het Cyrillische alfabet geen geheimen bezit, dat er aan de lopende band met de hand en mechanisch (monotype zetsel) gezet wordt: Pools, Grieks, Arabisch, Armenisch, Chaldeeuws, Syrisch, Ethiopisch, Koptisch en natuurlijk ook Hebreeuws.”

http---signatures.mylivesignature.com-54494-123-CBD1235E838058052ACC32E7EE0E5C76

We stonden in de Gazet van Antwerpen…

In maart van dit jaar maakte ik kennis met de familie Hendrikx uit Harelbeke. Hoe dit contact verliep heb je kunnen lezen op mijn blog / website.

De brieven die ik kreeg om het verhaal van de grootoom, Prosper Hendrickx te kunnen uitschrijven, werden geschonken aan het Red Star Line museum. Ik mocht ze persoonlijk brengen.

brief-19-deel

Over deze schenking en het verhaal achter de brieven en de foto’s, werd in de Gazet van Antwerpen een artikel opgenomen (8 september 2016)

Hier kun je het deel lezen dat gaat over Prosper.
Van kunst tot muziekdozen? Museaontvangen elk jaar tientallen erfgoedstukken van Antwerpenaars

(..)

Bram Beelaert: “Het zijn dit soort verhalen waarvoor het Red Star Line Museum isopgericht”
Ook het Red Star Line Museum mocht een uniek verhaal aan zijn collectie toevoegen. Het museum ontving drie foto’s en twaalf brieven van Prosper Hendrix, een Belg die naar Amerika emigreerde.

“De objecten zelf staan voor ons niet centraal, wel het verhaal erachter”, vertelt Bram Beelaert, wetenschappelijk hoofd bij het Red Star Line Museum. “Het gezin Hendrickx woont in Gent vlak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

Vader Emiel is hoefsmid en zoon Prosper trekt rond met een mobiele cinema van Gent tot Antwerpen. Emiel besluit in 1913 zijn geluk te beproeven in Amerika. Het jaar daarop volgt ook Prosper. Samen starten ze een smederij in het kleine stadje McCausland, bij Chicago. McCausland heeft in 1920 slechts 110 inwoners.

Emiel en Prosper zijn er de enige twee Belgen. Tussen 1930 en 1933 keert Emiel terug naar de achtergebleven familie, maar hij sterft kort na zijn aankomst, 70 jaar oud.”

“Twintig jaar later schrijft Prosper naar zijn zus dat hij sinds de dood van zijn vader geen Nederlands meer heeft gehoord. Hij maakt plannen om naar België te komen, maar de boten zijn volgeboekt en hij ziet het niet zitten om in een ‘vliegmachine’ te kruipen. Prosper zal uiteindelijk zijn vaderland noch familie terugzien en sterft in McCausland op 20 oktober 1956.”
“Het zijn dit soort verhalen waarvoor het museum opgericht is”, vertelt Beelaert. “Het vertelt het verhaal van de kleine man. We doen dan ook aan actieve outreach en proberen zo weinig mogelijk drempels voor schenkingen in te bouwen. Aan de balie liggen formulieren voor mensen die na het bezoek iets willen achterlaten.
Mensen met een belangwekkend verhaal worden ontvangen, het verhaal wordt opgetekend en de objecten in ontvangst genomen.

We beschouwen al onze schenkers als vips, want het museum kan maar blijven bestaan door een continue inbreng van de mensen zelf.”

 

Wil je het hele verhaal nog eens nalezen ga dan naar Bijzondere verhalen

http---signatures.mylivesignature.com-54494-123-CBD1235E838058052ACC32E7EE0E5C76

aankomst in NY vroeger en nu

EH C. Pauwelyn komt aan in NY. Het is woensdag 2 september. Zijn briefje is kort, zakelijk. Gelukkig schreef hij ook verder aan zijn familie in West-Vlaanderen bij zijn aankomst in Helena, Montana. In een van de eerste brieven komt hij terug op 2 september en de aankomst in de haven van NY.

Met deze laatste brief, aankomst, sluit ik voorlopig deze berichten af over EH Pauwelyn. 

Jullie kunnen ondertussen samen met mij meegenieten van de reis die Sibylle Randoll op heden maakt door de VS.

Sibylle reist letterlijk haar bet – overgrootvader, Otto Dahl achterna. Hij is geboren in 1854 in Barmen, Duitsland. In 1880 maakt hij een reis naar de VS. Hij vertrekt op 4 december 1880 vanuit Bremerhaven en komt terug naar Duitsland op 3 maart 1882. Hij reist van NY tot in de staat Montana.

Hij huwt in 1885 en heeft 5 kinderen. Zijn 3de kind geboren in 1889 Victoria is de over-grootmoeder van Sibylle.

SIBYLLE RANDOLL

 

Op haar blog lees je niet alleen het dagboek van Otto Dahl maar ook Sibylle’s  eigen reisverslag en de bootreis. Heel bijzonder. Geniet ervan. 

Met akkoord van Sybille werd  deze foto en dit bericht geplaatst. 

http---signatures.mylivesignature.com-54494-123-CBD1235E838058052ACC32E7EE0E5C76